Reisgids voor Latrabjarg

De kliffen van Látrabjarg in de Westfjorden markeren zowel het meest westelijke punt van IJsland als van Europa. Het is de grootste vogelklif van Europa en herbergt miljoenen vogels. De klif is 14 km lang en 441 m hoog.

Maak een tocht door de Westfjorden van IJsland om meer te weten te komen over de regio.

Het duurt ongeveer zes uur om Látrabjarg te bereiken vanuit Reykjavík, dus het wordt aanbevolen dat bezoekers erheen reizen als onderdeel van een bredere reis rond de prachtige Westfjorden.

Vogelen bij Látrabjarg

Látrabjarg is de thuisbasisvan een grote verscheidenheid aan vogels, grotendeels dankzij de beschutting en afzondering die de kliffen bieden als broedgebied.

Het is niet alleen de veelheid aan soorten die Látrabjarg zo'n ontzagwekkende plek maakt en ongetwijfeld een van de beste vogellocaties ter wereld; het enorme aantal individuele vogels is duizelingwekkend, sommigen schatten dat er hier in de zomer meer dan vijf miljoen nestelen.

De belangrijkste soorten zijn jagers, noordse sterns, zeekoeten, eidereenden en alken. Maar de sterren van de show zijn natuurlijk de Atlantische papegaaiduikers.

Er nestelen hier minstens een miljoen papegaaiduikers, vaak heel dicht bij de top van de klif. Omdat ze hier beschermd zijn, hebben ze weinig angst voor mensen en laten ze je toe tot op een paar meter afstand voor prachtige fotomomenten.

Je moet echter om verschillende redenen niet te dicht bij papegaaiduikers in de buurt komen. Ten eerste nestelen ze op steile rotswanden, dus als je uitglijdt kun je vallen. Ten tweede graven papegaaiduikers zich in in plaats van te nestelen, waardoor het oppervlak van de klif nog onstabieler wordt; zelfs als je jezelf opvangt voordat je valt, zou je nog steeds een ei of kuiken kunnen verpletteren. Ten derde zijn papegaaiduikers sociaal bewuste dieren, en als er eentje in paniek wegvliegt, is het gebruikelijk dat alle anderen volgen, waardoor het moment voor iedereen wordt verpest en kuikens en eieren gevaar lopen.

Houd er rekening mee dat de papegaaiduikers alleen in Látrabjarg te vinden zijn van mei tot eind augustus.

De redding bij Látrabjarg

In 1947 vond op Látrabjarg een beroemde heldendaad plaats in de vorm van een dramatische redding. De Britse trawler Dhoon kapseisde, zoals zoveel andere boten, onder Látrabjarg. Slechts twaalf bemanningsleden overleefden de woeste, rotsachtige oceaan en trokken zichzelf omhoog aan de voet van de kliffen.

Ze zouden ongetwijfeld zijn gestorven aan onderkoeling, ware het niet dat ze werden gezien door lokale boeren. Hoewel ze 190 meter boven hen zaten en de tijd drong, wisten de boeren precies wat ze moesten doen.

Generaties lang klommen IJslanders namelijk aan touwen de kliffen van Látrabjarg af om eieren en veren te verzamelen, een gewoonte die tot op de dag van vandaag voortduurt. De boeren deden daarom hun harnassen aan, daalden af en trokken alle twaalf de zeelieden in veiligheid.